5 nov. t/m 19 dec. ’21 – Galerie Autrevue, Woudsterweg 4, Heerenveen
vr/za 11-17 u. en zo 12-17 u. en meer opties na afspraak. Toegang 4 euro p.p.
www.autrevue.nl en ook webshop
SURREALISME, STEAMPUNK, ABSURD #paintings #sculptures
‘Spread your wings’
reis mee in de tijd vóór de digitale kunst
in de verrassende wereld van verf en beelden
met werken van Rein Pol, Wouter Berns, Jan van Loon, Jannes Koetsier, Cindy Sprokel, Ferenc Erdök, Gezien van de Riet, Marein Konijn, Gerrit de Vries, Gabriëlle Westra, Randolph Algera e.a.
SURREALISTEN laten hun fantasie de vrije loop. Ze schilderen hun ‘droombeelden’ meestal in een hyperrealistische stijl. Zo ontstaan de meest verrassende combinaties.
STEAMPUNK verwijst naar de tijd met stoomkracht als energiebron.
Het genre bevat visionaire elementen (sciencefiction, futuristische uitvindingen, computers enz.) met een voorkeur voor metaal.
ABSURD – waanzinnig, irrationeel, te dol, heel apart, evocatief, prikkelend.
REIN POL (1949) ‘Ik schilder de verbeelding van mijn eigen werkelijkheid’.
De blauwe engel bijv. laat hij in de meest diverse landschappen opduiken.
WOUTER BERNS (1970) ‘De wereld is al gek genoeg, je hoeft het alleen nog maar te schilderen.’
De ‘storypainter’ neemt je subtiel mee naar een onvoorstelbare, maar niet onmogelijke wereld.
JAN VAN LOON (1938) ’Ik hou van het gewone, dat ik op bijzondere manier wil weergeven.’
Het formaat, de onderwerpen en zijn aanpak weerspiegelen zijn brede diversiteit.
JANNES KOETSIER (1979) ‘Het kantelpunt tussen verf en voorstelling vind ik eindeloos fascinerend’.
Hij schildert zowel in zijn atelier als plein-air.
CINDY SPROKEL (1961) ‘Het belangrijkste element in mijn werk is beweging, gebaseerd op ingetogen houdingen binnen de dans.’
Ze verbeeldt dit in een combinatie van mens en dier.
FERENCE ERDÖK (1988) ‘Ik geniet van videogame karakters.’
Hij creëert graag een contrast tussen de grafische fantasiewereld van de gamesetting en de ‘echte’ wereld.
MAREIN KONIJN (1982) ‘Mijn drang om te schilderen is groot’.
De beelden in haar brein worden werelden op zich.
HELEEN KATER (1968) ‘De verbinding tussen mens en dier intrigeert me.’
Door haar unieke manier van boetseren vertellen haar beelden een eigen verhaal.
GEZIEN VAN DE RIET (1942) ‘Schoonheid is mijn muze.’
Ze geeft in haar schilderijen aan die schoonheid haar eigen gezicht.
GERRIT DE VRIES (1946) ‘Ik schilder een fantastische realiteit, bevreemdend, maar wel mogelijk’.
Hij neemt vaak de vergankelijkheid als onderwerp, De Vries is autodidact. Zijn werk is in meerdere musea opgenomen.
GABRIËLLE WESTRA (1990) ‘Een goed werk weet je te raken, je wordt er blij van.’
Ze schildert en beeldhouwt en combineert deze disciplines ook in schilderijen met 3D- elementen.
RANDOLPH ALGERA (1964) ‘Mijn ideeën zijn origineel, visionair soms. Als ik schilder maak ik mijn eigen wereld.’
Zijn stijl is een mix van impressionisme, realisme en fantasie, vol symboliek en mystiek.